Het klinkt misschien niet zo baanbrekend om te leren dat bepaalde mensen meer bedraad zijn voor seks dan anderen, maar nieuw onderzoek van UCLA breidt dat concept uit.
Met behulp van ouderwetse EEG’s probeerden onderzoekers de elektro-encefalogramactiviteit van vrijwilligers van beide geslachten vast te stellen terwijl ze intieme en niet-intieme beelden bekeken.
Veertig mannen en 22 vrouwen in de leeftijd van 18 tot 40 jaar werden gerekruteerd voor het onderzoek, waarin onderzoekers ontdekten dat bepaalde mensen van beide geslachten gevoeliger waren voor seksuele signalen.
Diezelfde deelnemers bleken ook meer partners te hebben dan gemiddeld en hadden minder seksuele signalen nodig om opgewonden te raken.
Nicole Prause, een onderzoekswetenschapper in de afdeling psychiatrie van het UCLA Semel Institute for Neuroscience and Human Behaviour, leidde het onderzoek, dat verschijnt in het tijdschrift Social Cognitive and Affective Neuroscience.
In het onderzoek zijn meer dan 200 afbeeldingen gebruikt, een splitsing tussen prettige, onprettige en neutrale foto’s. Pleasant bevatte enkele afbeeldingen van intimiteit, variërend van minder grafische snapshots, zoals mensen die zoenen, tot duidelijkere beelden van mensen die seks hebben.
Deelnemers kregen de afbeeldingen te zien terwijl hun hersenactiviteit in kaart werd gebracht.
Ongeacht hoe expliciet de opnamen waren, sommige deelnemers reageerden op bijna alle intieme opnamen, wat bijna suggereert dat sommige deelnemers een rondsluipend oog hebben.
Het waren dezelfde personen die in het voorgaande jaar ook een hoger gemiddeld aantal seksuele partners hadden.
Het is vermeldenswaard dat geen van beide geslachten eerder reageerde op de intieme beelden, wat betekent dat openheid voor seksualiteit net zo waarschijnlijk wordt gezien bij vrouwen als bij mannen.
Prause schrijft in haar bevindingen dat het EEG een krachtig hulpmiddel bleek om te bepalen hoe gemotiveerd de hersenen zijn voor bepaalde signalen.
Prause stopt echter met het identificeren van de meer seksueel ingestelde geesten als ‘verslaafd’.
“Mensen kunnen gevoeliger zijn voor seksuele signalen en gedrag vertonen dat niet nuttig voor hen is, maar deze studie suggereert dat je het label verslaving niet hoeft te gebruiken om dat te beschrijven,” vertelde Prause aan Time magazine.
Die proefpersonen, legt ze uit, jagen niet op een high, maar in plaats daarvan op een biologische gevoeligheid voor seksuele signalen, een die hun eigen opwindingsdrempel op een veel lager niveau stelt in vergelijking met anderen.